Naar de inhoud gaan

Veiligheid, kwaliteit & plezier op het water.

Terug naar alle artikelen

Het watersportlandschap gaat veranderen: een duiding van de feiten

Het watersportlandschap gaat veranderen: een duiding van de feiten
·achterban

Het Watersportverbond - de nationale sportbond voor de watersport - heeft recent aangekondigd dat onze diplomalijn - het Nationaal Watersportdiploma - per 1 januari 2026 de enige erkende standaard wordt voor watersportopleidingen in Nederland. Daarover schreven we al eerder een artikel (Definitieve keuze gemaakt: NWD-diplomalijn wordt vanaf 2026 de enige erkende standaard).

Deze beslissing beëindigt een 30-jarige samenwerking binnen de Stichting CWO en zorgt voor de nodige onrust in de sector. Voor onze eigen achterban - NWD-erkende vaarlocaties, instructeurs en cursisten - verandert er niets. Voor de rest van het opleidingslandschap des te meer.

Als bestuur van de Vereniging Nationaal Watersportdiploma willen we deze ontwikkelingen duiden, zodat de sector geïnformeerde beslissingen kan maken. Want ondanks de huidige onzekerheid zijn wij optimistisch over deze koerswijziging.

Waarom deze ingrijpende verandering?

  1. Innovatiekracht en inspraak
    Een diplomasysteem omvat de eigenvaardigheidslijn, instructeursopleidingen en kwaliteitseisen aan opleidingslocaties. Cruciaal hierbij is hoe ontwikkeling en inspraak georganiseerd zijn. Opleidingslocaties zijn immers de experts die dagelijks met het systeem werken en het dichtst bij de watersporters staan.

    De CWO functioneert als stichting die ooit startte met vier bestuurders, maar waarvan er twee overbleven: het Watersportverbond en HISWA-RECRON. Deze samenstelling roept wat ons betreft fundamentele vragen op over expertise en belangenbehartiging.

    Het Watersportverbond is onze nationale sportbond en beschikt over alle relevante licenties voor watersportopleidingen. Als sportbond dragen zij (eind)verantwoordelijkheid voor inhoudelijke ontwikkeling van opleidingen en hebben deze expertise ook in huis.

    HISWA-RECRON daarentegen is een brancheorganisatie die commerciële bedrijfsbelangen behartigt van onder andere vaarscholen, jachtbouwers en havens. Hoewel HISWA-RECRON waardevolle expertise heeft op bedrijfsmatige aspecten, is het opmerkelijk dat een brancheorganisatie medezeggenschap heeft over inhoudelijke aspecten van watersportopleidingen, een terrein waar zij geen primaire expertise heeft.

    Deze constructie, gecombineerd met het ontbreken van een directe inspraaklijn tussen bestuur en deelnemende vaarlocaties, creëerde een systeem waarin de daadwerkelijke uitvoerders - de opleidingslocaties - geen formele stem hadden in de ontwikkeling van het systeem waarmee zij dagelijks werken. Het resultaat was jarenlange bureaucratie en stilstand in een tijd waarin innovatie juist noodzakelijk is voor onze sector.

    Concrete voorbeelden van deze inefficiënties:

    • Ontwikkeling van twee nieuwe IT-systemen binnen vijf jaar: eerst het Watersportpaspoort en al snel vervangen door het Watersportdiploma
    • Langdurige, weinig succesvolle hervormingsprocessen (CWO 3.0 en CWO 4.0) met stijgende tarieven voor opleidingslocaties
    • Binnen het bestuur bestonden denkrichtingen zoals het heffen van licentiegelden bij consumenten - die in onze ogen totaal haaks staan op de doelstelling meer mensen erkend op het water te krijgen

    Dit alles gebeurde terwijl de VAMEX-gelden - oorspronkelijk bedoeld voor ‘opleidingen en veiligheid op het water’ - opraakten. De reactie was tarieven verhogen en zoeken naar nieuwe inkomstenbronnen. Maar wat leverden al deze hervormingen uiteindelijk op voor opleidingslocaties en watersporters?

    Deze nieuwe structuur biedt wel formele inspraak:

    • Verenigingen, Scouting en andere opleidingslocaties worden lid van het Watersportverbond
    • Commerciële vaarscholen verenigen zich in het Nationaal Watersportdiploma
    • Beide organisaties zijn strategische partners en mede-eigenaar van het diplomasysteem

    Cruciaal verschil is dat beide organisaties nu verenigingen zijn met volwaardige ALV-structuren. Dit betekent dat opleidingslocaties - voor het eerst - daadwerkelijk kunnen meebeslissen over de inhoudelijke ontwikkeling van het systeem waarmee zij werken, in plaats van afhankelijk te zijn van beslissingen van een stichtingsbestuur waarin zij geen directe vertegenwoordiging hebben.

    Dit depolitiseert het landschap en maakt snellere ontwikkeling mogelijk. Wat ons betreft betekent dit voor HISWA-RECRON dat zij zich weer volledig kan richten op bedrijfsbelangen zoals bijvoorbeeld instructeursvergoedingen en de aankomende BTW-verhoging.

    Deze structuur werkt: ons eigen verhaal illustreert de effectiviteit van directe inspraak. In slechts twee vaarseizoenen heeft onze vereniging een volledig nieuwe eigenvaardigheidslijn ontwikkeld, moderne kwaliteitseisen en controlesystematiek opgezet, en aanzienlijke stappen gezet op het gebied van marketing en aantrekkelijkheid van watersportopleidingen.

  2. Modernisering van de eigenvaardigheidslijn
    De CWO-lijn sloot niet langer aan bij de behoeften van cursisten en vaarlocaties. Het systeem ondermijnde het belangrijkste fundament: plezier in het leren. Neem de vorderingenstaten, die voor veel (jonge) cursisten vooral teleurgestelde gezichten opleverden, terwijl er zo veel wél was bereikt tijdens de cursus.

    Onze fundamenten voor de NWD-eigenvaardigheidslijn:

    • Drie leeftijdscategorieën met realistische eisen per ontwikkelingsfase
    • Vier overzichtelijke niveaus per cursus voor haalbare tussenstappen
    • Vaarwaterspecifieke programma's bij jachtzeilen
    • Resultaatgerichte eisen die opleidingslocaties vrijheid geven in hun aanpak
    • Modulair systeem waarbij elke afgeronde module als succes wordt gevierd
    • Vaartuigspecifieke diploma's die verbreding naar andere boottypen stimuleren
    • Gedifferentieerde beoordeling: cursusbeoordeling voor consumenten, examinering voor instructeurs

    Voor meer achtergrond over de fundamenten van de NWD-eigenvaardigheidslijn, bekijk ons artikel en video (Hoe is de diplomalijn van het Nationaal Watersportdiploma opgebouwd? ).

  3. Kwaliteit en kwaliteitsborging van opleidingslocaties
    Om plezier te hebben in watersporten, moet je als consument kunnen vertrouwen dat je op jouw opleidingslocatie in goede handen bent. Moderne kwaliteitseisen gaan verder dan ratio's (verhouding instructeurs/deelnemers tijdens een cursus) en een vlag op de locatie. Anno 2025 mogen consumenten terecht verwachtingen hebben van een bredere set thema’s.

    Waarom deze 'brede' kwaliteitseisen?

    Vaak wordt gezegd: "Dit hoort niet thuis in een diplomasysteem, dit is de verantwoordelijkheid van individuele locaties." Wij denken daar anders over. Een diplomasysteem neemt verantwoordelijkheid voor de totale leeromgeving waarin cursisten zich ontwikkelen.

    • Sociale veiligheid is geen luxe maar een vereiste. Ouders vertrouwen hun kinderen toe aan onze opleidingslocaties, maar ook volwassen cursisten moeten zich veilig kunnen voelen in de leeromgeving. Instructeurs werken intensief met diverse groepen cursisten in kwetsbare situaties. Een diplomasysteem dat zich hier niet mee bemoeit, laat zijn verantwoordelijkheid liggen. Het is niet voldoende om dit over te laten aan de "common sense" van individuele locaties - hier horen duidelijke eisen en controles bij.
    • Accommodatie-eisen raken direct de veiligheid van cursisten. Bij meerdaagse cursussen verblijven cursisten vaak in accommodaties van de opleidingslocatie. Brand- en voedselveiligheid zijn dan onderdeel van de zorgplicht die een erkende opleidingslocatie heeft. Een diploma dat wordt uitgegeven door een locatie die niet aan basale veiligheidsnormen voldoet, verliest zijn geloofwaardigheid.
    • Verzekeringen beschermen alle betrokkenen. (Vrijwillige) Instructeurs verdienen bescherming bij ongevallen. Voor consumenten geldt dat commerciële aanbieders die pakketreizen aanbieden verzekerd moeten zijn tegen insolventie - een voorbeeld van een belangrijke wettelijke verplichting die niet alle locaties even goed kennen.
    • Materiaal en vaartuigen bepalen direct de kwaliteit en veiligheid van de opleiding. Een 8-jarige op een voor volwassenen ontworpen boot leert niet optimaal en loopt onnodige risico's. Omgekeerd zien we nog te vaak dat (jong)volwassenen in jeugdboten worden geplaatst die niet meer passen bij hun fysieke ontwikkeling en ambitieniveau. Helmen zijn geen overdreven voorzichtigheid maar een preventieve maatregel tegen hoofdletsel, zoals ook benadrukt door de Nederlandse Sportraad.

    Het tonen van lef om dit soort eisen te stellen - ook al zijn ze niet altijd populair - is precies wat een diplomasysteem moet durven: de moeilijke maar juiste beslissingen nemen voor de veiligheid en plezier van cursisten, instructeurs en medewerkers. Consumenten moeten erop kunnen rekenen dat een erkende opleidingslocatie op alle fronten zijn zaken op orde heeft - niet alleen op het water, maar in de totale ervaring.

    Kwaliteitsborging moet verder gaan dan papier

    Het stellen van kwaliteitseisen is één ding, het borgen ervan tijdens de gehele erkenningstermijn iets heel anders. Hier waren de controles van het CWO-systeem naar onze mening niet effectief genoeg.

    Ten eerste vonden controles uitsluitend plaats tijdens cursusperiodes. Je ziet dan wel het eindresultaat, maar mist hoe de basis wordt gelegd. Een bezoek aan een instructeursopleiding - waar de fundamenten van onderwijskwaliteit worden gevormd - geeft veel meer inzicht in de structurele kwaliteit van een locatie.

    Ten tweede ontbrak vaak de durf om consequent door te pakken wanneer een locatie gebreken vertoonde. Vriendschappelijke verhoudingen en vrijwilligersmentaliteit maakten het moeilijk om harde beslissingen te nemen, zelfs als de kwaliteit daarom vroeg.

    Wij geloven in een bredere benadering waarbij verschillende mechanismen elkaar versterken. Effectieve kwaliteitsborging kan professioneler. Denk aan de waarde van bezoeken aan instructeursopleidingen, waar de basis van onderwijskwaliteit wordt gelegd. Ook administratieve borging - waarbij locaties proactief aantonen dat verzekeringen, accommodatie-eisen en andere eisen op orde zijn - kan bijdragen aan een completer beeld dan alleen momentopnames tijdens controlebezoeken.

    Daarnaast tonen onze gezamenlijke trainingsweekenden al aan hoe krachtig een andere filosofie kan zijn: niet focussen op wat fout gaat, maar gezamenlijk investeren in wat beter kan. Locaties leren van elkaar, delen best practices en tillen het algemene niveau omhoog. Deze benadering van collectieve kwaliteitsontwikkeling vormt een waardevolle aanvulling op traditionele controles.

    We zijn verheugd dat het Watersportverbond deze benadering heeft omarmd voor de door hen aangekondigde Watersport Academy. Tegelijkertijd willen we duidelijk maken dat van locaties die aansluiten niet wordt verwacht dat zij van dag één aan alle nieuwe eisen voldoen - er komen realistische verwachtingen en voldoende tijd om stap voor stap te groeien naar het gewenste kwaliteitsniveau.

Strategisch partnership

Om deze stap mogelijk te maken, zijn we als Vereniging Nationaal Watersportdiploma een formele strategische samenwerking aangegaan met het Koninklijk Nederlands Watersportverbond. Wij hebben ons diplomasysteem ter beschikking gesteld en zijn gezamenlijk eigenaar geworden. Samen ontwikkelen we de eigenvaardigheidslijn en kwaliteitseisen. Zoals reeds besproken is formele inspraak in deze ontwikkelingen voor opleidingslocaties geborgd door hun lidmaatschap bij één van de twee koepels.

We hanteren voorlopig twee merknamen om eerst rust te creëren en partijen bekend te maken met inhoudelijke verbeteringen. Het Nationaal Watersportdiploma bedient commerciële vaarscholen, het Watersportverbond (via de Watersport Academy) bedient verenigingen, Scouting en andere opleidingslocaties.

Een eventuele vervolgstap betreft gezamenlijke marketing om zo veel mogelijk watersporters te bereiken.

Wat betekent dit voor de consument

Behaalde CWO-diploma's behouden hun waarde. Cursisten bij huidige CWO-locaties moeten een keuze maken: gaat hun locatie over naar NWD of Watersport Academy, dan kunnen ze probleemloos doorstromen in de nieuwe lijn. Kiest de vaarlocatie hier niet voor, dan moet de consument zich bewust zijn dat de vaarlocatie niet langer een erkende opleidingslocatie is. De nationale en internationale erkenningen zijn niet meer van toepassing op nieuw uitgegeven CWO diploma’s.

Wat betekent dit voor instructeurs

Behaalde kwalificaties binnen de Kwalificatie Structuur Sport (zoals I-2 en I-3) zijn aan jou als persoon gebonden, en behouden hun waarde. Wel kunnen deze kwalificaties enkel ingezet worden op erkende opleidingslocaties. Gaat jouw locatie dus niet over naar het nieuwe systeem, dan kan je jouw kwalificaties op die locatie niet meer erkend inzetten, en kun je ook geen nieuwe kwalificaties behalen.

Wat betekent dit voor vaarlocaties

Onze hoop en verwachting is dat locaties - na inhoudelijke informatie - meegaan in de nieuwe structuur, bij NWD of Watersport Academy. Als sector zijn we samen sterker.

HISWA-RECRON heeft reeds aangekondigd door te zullen gaan met de CWO. Hoewel dat in de woorden stabiel klinkt, is deze continuïteit illusoir. Het Watersportverbond trekt de licentie in, waardoor geen erkende opleidingen mogelijk zijn. Bovendien valt één van de twee moedermaatschappijen weg, inclusief de uitvoer van het CWO-secretariaat.

De stichting staat voor acute vraagstukken: hoe ongelicentieerde opleidingen aanbieden, het secretariaat opvangen, hoe diploma’s en kwalificaties registreren en de formele afwikkeling met het Watersportverbond regelen.

Het Nationaal Watersportdiploma en de Watersport Academy bieden zekerheid en stabiliteit. Beide platforms verwelkomen inhoudelijke discussies op basis van feiten. Na twee jaar ervaring met vernieuwing weten wij: deze richting werkt.

De sector verdient duidelijkheid en focus op onze gemeenschappelijke missie: meer mensen veilig en met plezier het water op krijgen. Deze verandering maakt dat wat ons betreft mogelijk.

Het watersportlandschap gaat veranderen: een duiding van de feiten | Nationaal Watersportdiploma